2009 Investigating Light. Trees, 2
Neuroloog Frans Cornelissen liet mij een film zien over mensen met dyslexie, waarin zichtbaar werd gemaakt dat zij vaak één letter goed zien en de woordomgeving vaag. Ik zag die beweging van het filmpje en ik begreep waarom ik mijn tekeningen maak als een combinatie van details en vlekken.
Ik woon in een duingebied met prachtige, grillige bossen van naaldhout. In 2009 liep ik met de kinderwagen door het bos en ik zag al die lichtvlekken op de bodem – ik heb daar ter plekke papier uitgerold, toen begonnen de tekeningen met de bomen.
In mijn schooltijd zat ik op een internaat, dat lag in een bos in de omgeving van Baarn. Ook daaraan heb ik sterke herinneringen van licht en schaduw. Later heb ik dat ook bij herman de vries in zijn bos, het Steigerwald in Beieren gevonden.
Ik begin steeds beter te begrijpen waarom ik het veranderen en het verspringen van het licht volg. Alsof ik mijn eigen betekenis van de werkelijkheid wil lezen in de voortdurende verandering van licht en donker. Door het te tekenen krijg ik daar vat op. Het is communicatie met mijzelf én ik wil mijn manier van kijken met anderen delen.
In 2009 legde ik 40 meter papier uit in het Nollenbos bij Schoorl. Toen al werden er in die omgeving, op plekken die mij dierbaar waren, bosbranden gesticht. Ik markeer een vierkante meter per keer om te tekenen, dat kan ik fysiek bereiken. Dan de volgende vierkante meter, enzovoort.
Later leg ik het hele papier uit in mijn atelier en dan maak ik het af. De contouren worden ingevuld en ik werk het zo uit, dat mijn waarneming naar voren komt. Als ik aan het tekenen ben, verdwijn ik helemaal in het werk dat ik aan het doen ben. Het is als een performance.
De hele tekening van 40 meter laat de verschuivingen in tijd en ruimte zien én laat het proces van het tekenen zien. Door tijdsmomenten over elkaar heen te tekenen kan ik een plek bewaren – zo ontstond mijn project Preserved Places.